Wandelen op de GR4

Nadat ik de nodige angsten en twijfels voor mijn trektocht overwonnen heb, begin ik aan mijn wandeltocht door de voorheuvels van de Alpes Maritimes ten noorden van Nice. Ik word afgezet bij het startpunt van de GR4, een GR-route die van het stadje Grasse naar Royan aan de Franse westkust loopt. Je steekt het zuiden van het land ‘over’ van de Middellandse Zee naar de Atlantische Zee en dat doe je in 1.526 kilometer. Ik heb echter slechts zes dagen tijd tussen mijn huisoppas-opdrachten, dus ik ben van plan slechts een deel te lopen.


And so it begins: de GR4

Omdat ik niet precies bij het beginpunt van de GR4 start, maar ergens lagergelegen, begint mijn wandelavontuur met een eindeloze trap. Een soort Stairway to Heaven maar dan hels voor de benen. Mijn hart maakt een sprongetje als ik boven dan eindelijk het eerste routebordje vind waar ook ‘GR4’ op staat. Vanaf hier kan ik de rood-witte markering volgen, dagenlang.

Met nog 5.5 uur te gaan, sta ik even stil en denk ik: waar ben ik aan begonnen. Mijn rugzak is pokkezwaar omdat ik onderweg bijna geen water tegenkom. Drie liter water mee, plus mijn warmste kampeerspullen (het wordt ’s nachts tot min negen graden) en mijn grotere tent omdat ik de veertien uur durende nachten niet in mijn kleine trekkerstent wil liggen. Het zweet stroomt over mijn voorhoofd en mijn voetzolen communiceren ‘wat is dit?!’ naar mijn hersenen. Gelukkig weet ik: die eerste dag is altijd even wennen. Gewoon even doorzetten nu en genieten van de omgeving.

Klimmen, klimmen en nog eens klimmen

Het lijkt alsof ik deze eerste dag alleen maar omhoog loop. Wat waarschijnlijk niet ver van de realiteit is, want ik wandel van de stad in het dal naar een bergplateau. Ik kruip als een slak omhoog en voer daarbij het nodige gevecht in mijn hoofd. ‘Waarom ben je niet fitter?’, ‘als je nou slanker was, kwam je veel sneller boven’ en ‘waarom doe je dit überhaupt als je ook in een comfortabele bed en breakfast in de bergen kunt zitten?’. Gelukkig worden die stemmetjes overstemd door een niet verminderend enthousiasme over het feit dat ik ein-de-lijk op de GR4 aan het wandelen ben. Iets waar ik al van droomde sinds ik vijf weken eerder in het gebied aankwam en het op de bordjes zag staan. Oh yeah, ik ga volhouden hoor!

Waar de temperatuur ’s morgens vier graden onder nul was, kan ik nu in een shirt met lange mouwen lopen. Het is windstil, de zon schijnt en er is bijna geen wolkje in de lucht te zien. Ik hoor vogels fluiten en besef me hoe fijn het is groene bomen te zien in januari. Het volgende moment schieten de ‘zinloze’ gedachten weer door mijn hoofd: wat als ik niet op tijd terug ben voor mijn volgende oppasadres? Wat als ik geen slaapplek kan vinden? Wat als ik niet genoeg water het? Allemaal dingen waar ik op dat moment niet zoveel aan kan veranderen. Ook dit herken ik van eerdere tochten: die eerste dag zit ik vaak zo ‘in mijn hoofd’. 

De diversiteit van de GR4

Dat de GR4 een heel diverse route is, wordt direct op deze eerste dag al duidelijk. Ik kom het bos uit, een 1.000 meter hoge heuvel op. Hier heb ik uitzicht over het weelderige landgoed Domaine de la Malle, wat het hele dal bedekt. Aan de andere kant van het dal torenen kliffen de blauwe lucht in. Daarboven wacht een uitgestrekt, ruig plateau op me. Als de GR4 op één dag al zoveel diversiteit biedt, hoe moet dat dan zijn op de volle 1.526 kilometer? Het voornemen om ooit de gehele GR4 te volgen is geboren. 

Om stipt 12 uur rommelt mijn maag zo luid dat het de vogels overstemt. Ik stort neer op mijn zitflap en kijk uit op het landgoed. Ik picknick met wraps met chocoladepasta terwijl er twee Franse hardlopers langskomen en een praatje beginnen. Een voordeel van je mond vol met eten blijven stoppen: oeps, ik heb mijn mond vol en kan niet terugpraten in een taal die ik niet beheers. Met goed gevulde maag kom ik onelegant weer omhoog. Mijn heupen voelen al lichtelijk beurs als ik na de pauze mijn rugzak weer op mijn rug hijs. Ik geloof niet dat ik hem eerder zo zwaar heb volgeladen, maar ik had niet veel keuze. Gelukkig wordt hij steeds lichter naarmate ik meer drink. 

Col du Capiers en Caussols

Na weer een steile klim sta ik op de Col du Capiers tussen dagwandelaars met kleine Decathlon tasjes en gympjes. Samen kijken we uit op de heuvels en de Middellandse Zee. Aan de andere kant zie ik dat me nog een afdaling en vervolgens een fikse klim te wachten staan. Maar. ALPEN, besneeuwde Alpen, zie ik in de verte. Whoehoe! De koude wind hierboven motiveert me om snel weer verder te lopen. Glibberend de noordhelling af, waar nog aangestampte sneeuw (ijs) van een paar weken terug ligt. Zonder gebroken botten bereik ik het dal, dat een stuk breder is dan ik dacht. Ik blijf maar bordjes naar het dorp Caussols volgen, zonder dat er huizen in zicht komen. Dat ik drie keer een afslag mis omdat ik loop te dagdromen, helpt waarschijnlijk ook niet mee. Caussols blijkt niet meer dan een gehucht te zijn, maar wel mét een bakkertje en een Mairie. Zo gaat dat in Frankrijk


Aan de andere kant van het dorp zie ik hoge bergwanden met daarboven de witte bollen van de Observatoire. Die bollen liggen op het Plateau de Caussols, waar ik die nacht ga overnachten. Ik moet de motivatie en energie uit mijn tenen trekken, maar begin dan aan de zoveelste klim van die dag. Ergens voel ik me dankbaar dat mijn lichaam dit toch allemaal maar mooi kan en dat ik dit soort kansen in mijn leven hebt weten te creëren. Met ‘klein stukje nog’ als mantra bereik ik de rand van het plateau. Ik heb het mentaal even zwaar, maar dan beginnen twee Franse wandelaars in het Engels een gesprek met me. We hebben het over wandelen, het gebrek aan water in de omgeving en wildkamperen. Ik vrolijk helemaal op en voel me geroerd door het feit dat zij hun water aan mij af willen staan. Dankzij een goede voorbereiding is dat gelukkig niet nodig.

Bivakkeren op de GR4

Daar sta ik dan eindelijk. Op het plateau, met fan-tas-tisch uitzicht op besneeuwde Alpen aan de ene kant en heuvels en in de verte de zee aan de andere kant. Ik hoef deze dag niet veel verder te lopen, maar wil mijn tent ook nog niet opzetten omdat er nog te veel mensen zijn. Ik pak mijn e-reader erbij en trek al mijn kleren aan, want de temperatuur is al richting het vriespunt gedaald. Wanneer de zon bijna achter de berg gezakt is, loop ik verder het plateau op, op zoek naar een plek om mijn tent op te zetten. In de beschutting van de bosjes is de helling van de bodem te groot, dus ik keer terug naar het open veld. Gelukkig is het vrijwel windstil en ik hoop dat dat ’s nachts zo blijft. 


De Alpentoppen lichten oranje op in het laatste zonlicht, terwijl het plateau in de schaduw is komen te liggen. Snel zet ik mijn tent op. Gelukkig heb ik rotsharingen mee, want de grond is hier keihard. Is het niet van de rotsen, dan wel van de vrieskou. Met een flinke kei ram ik op de haringen, tot mijn tent eindelijk stevig staat. Helaas is de ondergrond niet zo geschikt voor mijn matje, want: stugge stekelplanten. Dat lijkt hierboven overal het geval te zijn, dus ik moet het er maar mee doen. Ik leg mijn reddingsdeken opgevouwen onder mijn matje, in de hoop dat dat enige bescherming biedt.

 

De nacht

Om 18 uur is het donker en al snel pikkedonker. De maan komt pas na elf uur op en brengt nu nog geen licht. Ik eet een gevriesdroogde maaltijd terwijl ik al ingepakt in mijn slaapzak in de tent zit. Het is te koud om nog half buiten mijn slaapzak te zijn, dus lezen zit er na het eten niet in. Lang leve de podcasts. Om acht uur doe ik nog snel een plas onder de heldere sterrenhemel. Het is doodstil en ik voel me helemaal alleen op de wereld. Oh yeah, dit is avontuur!


Van half negen tot kwart over twaalf slaap ik heel licht. Daarna ben ik wakker en alert en doe ik geen oog meer dicht tot de zon rond half acht eindelijk opkomt. Wat is het zwaar om zeven uur wakker te liggen met vrieskou op je gezicht en niets te doen behalve nadenken en oude herinneringen ophalen. Ik ben dan ook dolgelukkig als de zon eindelijk boven de horizon verschijnt en een nieuwe dag aankondigt.

 

Hoe het verder gaat

Zoals dat bij mij wel vaker gaat, besluit ik de volgende dag even een detour te maken naar een ander plateau. Daar besluit ik het dal in te lopen om die nacht in een bed en breakfast te slapen. De slapeloze eerste nacht breekt me de volgende dag namelijk behoorlijk op. Eenmaal in die bed en breakfast aangekomen, besluit ik wegens tijdsredenen over te stappen op de GR51 en mijn geplande GR4-avontuur te bewaren voor wanneer de nachten korter zijn.

Zelf de GR4 wandelen?

Wil je zelf de GR4 wandelen? Doen! Je vind meer op deze website. Ik probeerde diverse weekwandelingen uit te zetten op het oostelijke deel van de GR4, maar dat bleek nog niet zo makkelijk. Het openbaar vervoer is in de kleine dorpjes niet zo goed geregeld als in Nederland en terugkomen naar het startpunt is vaak een uitdaging. Daarom koos ik voor volgende avonturen voor een combinatie van GR4 en een min of meer parallel lopende andere GR-route. Ik gebruik Komoot om mijn routes uit te stippelen. Met Komoot Premium kun je gebruik maken van een speciale wandelkaart, waarop de GR-routes ingetekend staan. Dat maakt plannen een stuk makkelijker!

Tweedaags avontuur op de GR4

Wil je een twee- of driedaags avontuur op de GR4 beleven? Dan kan ik je aanraden om in Grasse te starten en de GR4 naar het Plateau de Caussols te volgen. Wandel de volgende dag naar Cipiéres en stap daar over op de GR51. Je wandelt dan door verlaten landschappen naar het Plateau de Cavillore, waar je ook zou kunnen wildkamperen. Via het schattige dorpje Gourdon (waar je kunt overnachten in een AirBnB in een oude schaapskooi, die speciale accommodatie voor wandelaars heeft) volg je de GR51 via het dorpje Le Bar-sur-Loup terug naar Grasse.

Tips voor het wandelen van de GR4 boven Nice

Water is zelfs in hartje winter schaars in de heuvels boven Nice. De stroompjes die ik op de kaart zag, stonden vaak ook in januari al droog. Neem dus voldoende water mee. In de dorpjes en bij bronnen langs de route kun je je watervoorraad aanvullen. Een wandelkaart is handig om deze plekken te vinden. Plan dit goed! 

Ga je bivakkeren/wildkamperen? Houd er rekening mee dat de plateaus een rotsondergrond hebben, waarin je lichtgewicht haringen niet zomaar in gaan. Ik had voor elke punt van mijn tent (die niet zelfstandig kan staan zonder haringen) een rotsharing mee, die ik ook gebruikte om ruimte te slaan voor mijn lichtgewicht haringen aan het uiteinde van scheerlijnen.

De GR4 loopt op diverse punten over hooggelegen plateaus en hoge bergtoppen, waar sneeuw kan liggen. Bereid je voor op de juiste weersomstandigheden!