In je eentje 580 kilometer wandelen: een interview met Francine Postma

Freelance schrijver, journalist en moeder Francine Postma liep in haar uppie 580 kilometer over het St. Olavspad door Noorwegen en Zweden. Ze schreef daarover het boek Onderweg, dat ik met veel herkenning gelezen heb. Ik ging met Francine in gesprek over alleen een lange tocht lopen, als moeder je kinderen thuis laten en de lessen die ze tijdens haar tocht geleerd heeft.

Francine wandelde een paar jaar voor haar vertrek al een paar dagen op het St. Olavspad, de noordelijkste pelgrimsroute van Europa. Een paar jaar later keerde ze terug om de hele route van de Zweedse oostkust naar de Noorse westkust te wandelen. Haar twee kinderen, toen 7 en 11 jaar oud, bleven bij haar man thuis. Ze sliep bij mensen thuis, in jeugdherbergen en een enkele keer in een hotel en maakte gebruik van bagagetransport. Het liefst had ze de wandeling met een grote rugzak gemaakt, maar dat zat er vanwege een recente operatie niet in.

foto: Joris den Blaauwen

Wat trok je om zo’n eind te gaan lopen?

“Toen ik de eerste keer op het pad wandelde, voelde ik dat er zoveel met mij gebeurde dat een paar dagen wandelen niet genoeg zou zijn. Ik wist dat het pad langer was. Ik had altijd al in mijn achterhoofd dat ik eens een langere tocht zou willen wandelen, en dan het liefst een pelgrimstocht. Zo’n lange afstand wandelen schrok me dus niet af, eerder het tegenovergestelde. Het voelde zo goed, ik wilde meer.”

Waarom ging je alleen op pad en was je niet bang?

“Alleen op pad gaan is voor mij heel natuurlijk. Het is niet zo dat ik per se altijd alleen wil zijn, ik ben juist altijd op zoek naar een klankbord en praat graag met andere mensen. Ik ben echter wel iemand die veel tijd nodig heeft om dingen te verwerken. Als ergens veel mensen zijn, raak ik overweldigd en verlies ik mezelf een beetje. Voor mij voelt het dus heel fijn om in de natuur te zijn en dan ook juist alleen te zijn. Ik ken die angst die sommige mensen hebben voor het alleen zijn in de natuur dus ook niet. In de natuur zijn is niet eng voor mij, het voelt eerder geruststellend.

Eén procent van mij denkt wel eens: er kan wat gebeuren. De overige 99% wil gewoon de natuur in. Het helpt misschien ook wel dat ik dertien jaar alleen in Amsterdam heb gewoond en daar ’s nachts veel buiten was. Het is altijd goed gegaan, ook al kwam ik soms een rare man tegen. Ik ben nooit in een heel nare situatie terecht gekomen en je wordt niet bang als er nooit iets erg gebeurt. Tenminste, ik niet.”

Hoe voelde het om zonder je kinderen op pad te gaan?

“Als ik heel eerlijk ben, voelde het als een enorme opluchting. Ik houd ontzettend veel van mijn kinderen, maar ik weet ook hoe bezorgd ik als moeder ben. Als je een kind krijgt, breid jij je eigenlijk uit. Het komt letterlijk uit je lichaam. Waar ik eerder alleen mijn eigen lichaam had om me zorgen over te maken, had ik nu opeens nog een klein lichaampje om me ongerust over te maken. Een lichaampje dat heel kwetsbaar is en veel nodig heeft, zeker in die eerste fase. En toen kwam er nog één. Later gaan die kinderen lopen, alle kanten op, en krijg je nog meer zorgen. Je moet een bepaald type zijn om met kinderen op avontuur te willen gaan en ik ben daar niet het juiste type voor.

Moeder zijn is niet alleen maar leuk. Het is ook heftig, confronterend en soms oersaai, moeilijk en vervelend. Dat mag best eens gezegd worden.

Bovendien heb ik twee kinderen met een gebruiksaanwijzing, waardoor ik niet kon doen wat ik van nature zou doen, maar anders moest handelen omdat dat beter voor ze was. Vanaf het moment dat ik moeder ben, heb ik het gevoel dat ik niets goed doe. Dus is het heel fijn om af en toe gewoon te verdwijnen in het bos. Daar kan ik tenminste niets fout doen [zegt ze met een lach om zichzelf].

Ik vond het een enorme opluchting om tijdens de tocht alleen op mezelf te hoeven letten en niet als een speurhond die kinderen in de gaten te houden. Dat zegt natuurlijk ook wat over mij als moeder: ik ben niet zo’n relaxte moeder. Daar baal ik wel eens van, want dat had ik wel anders gewild, maar dat heb je niet voor het uitkiezen.”


Kon je de zorgen voor je kinderen loslaten in Zweden?

“Ja, dat was zalig. Het hielp dat mijn man de volledige zorg op zich nam. Hij stopte in de tijd die ik weg was met werken en ik vertrouw hem blindelings. Toen ik door de gate ging, voelde ik mij kilo’s lichter. Blijkbaar had ik de behoefte om alles even los te laten.”

Had je last van een schuldgevoel?

“Ik had in de voorbereiding af en toe last van een schuldgevoel, vooral door de reacties van anderen. Een buurvrouw, moeder van drie, zei ‘ik zou mijn kinderen helemaal niet zo lang kunnen missen en na één dag al heimwee hebben’. Toen dacht ik: oh wat erg, ik heb helemaal niet het gevoel dat ik ze niet kan missen. Ik voelde me toen heel slecht en dacht: ojee, ben ik nu een ontaarde moeder?

Ik heb ze tijdens de reis op een paar momenten heel erg gemist en op het eind wilde ik heel erg graag naar ze terug. Dat is ook zo bijzonder om mee te maken, dat je die diepe liefde dan weer voelt en er opnieuw voor kiest. Dat heb je niet als je altijd maar thuis blijft. Ik zeg vaak: ‘ik reis ook heel erg om thuis te komen’. Als ik wegga en ik kom weer terug, voel ik me altijd anders dan wanneer ik gebleven ben. Dat teruggaan is net zo belangrijk als het weggaan.”

Hoe reageerde je omgeving op je plan om alleen 580 km te gaan lopen?

“Voordat ik kinderen had, zie ik een keer tegen mijn schoonzusje: ‘als mijn man eens lekker in zijn eentje op duikvakantie wil, dan moet hij dat doen’. Voor mij is het heel normaal dat je dat elkaar gunt en dat je ook zelf die behoefte hebt om alleen te zijn. Zij reageerde verbaasd, in de trant van ‘wat raar, je bent nu toch samen, dan moet je toch alles samen doen?’. Voor mij voelt dat helemaal niet zo. Ik vind het heel fijn om alleen te zijn en elkaar dan weer te vinden. Ik snap het ook heel goed als hij af en toe alleen weg wil.

Veel mensen die ik ontmoette, snapten niet dat ik het St. Olavspad niet samen met mijn man wilde wandelen. Dan dacht ik: dat is toch ook alleen maar ingewikkelder? Dan moeten we voor vijf weken oppas zoeken omdat we allebei weggaan. Voor mij betekent een relatie bovendien niet dat je altijd alles samen doet. Ik vind het ook heel fijn om elkaar af en toe los te laten. Volgens mij is dat ook heel gezond.”


Wat was het grootste inzicht dat je kreeg tijdens je tocht?

“Het zijn meerdere, ik moet even kiezen welke ik deze keer antwoord, want deze vraag wordt me vaker gesteld. Ik denk dat de belangrijkste les is dat je niet zo streng voor jezelf moet zijn. Dat was ik namelijk wel en ik deed er de hele tocht over om mezelf toe te staan om zonder grote rugzak te reizen. Mijn ideaalplaatje was met een grote rugzak en tentje op pad te gaan en dan te wildkamperen en koken in de natuur. Ik vond dat je dan pas een echte pelgrim was.

Doordat ik net aan mijn buik geopereerd was, kon ik niet zo reizen. Ik heb mezelf daar de hele tijd straf voor gegeven, want ik vond dat je je eigen tas moest dragen om mee te tellen’. Toen zei iemand tegen mij ‘waarom ben je zo streng? Wat maakt dat ideaalplaatje nou uit? Hou op met jezelf te spiegelen aan anderen, jij doet het op jouw manier en dat is oké’. Ik realiseerde me dat ik me niet schuldig hoef te voelen als ik het mezelf soms makkelijk maak, want je kunt dat ook zien als slim in plaats van zwak. Kwetsbaar is niet slecht. Kwetsbaarheid is ook krachtig.”

Had je het gevoel dat er iets veranderd was toen je weer thuis kwam?

“De eerste drie dagen had ik het gevoel dat er iets veranderd was. Ik kwam binnen alsof ik nog een pelgrimstocht aan het lopen was. Alleen kwam ik toen in mijn eigen huis en zag ik alles door een soort filter. Opeens zag ik heel scherp wat ik allemaal had. Wat een fijn huis, heerlijke tuin, etc. Ik dacht: als ik dit gevoel vast kan houden, ben ik voor altijd gelukkig.

Maar na drie dagen sleet dat alweer en werd alles weer gewoon. Uiteindelijk kwam ik weer in dezelfde sleur terecht waar je nou eenmaal in zit als je een gezin hebt. Je moet tenslotte ook geld verdienen en vuilniszakken buiten zetten. Het blijft een uitdaging voor mij om ook in het dagelijks leven en ondanks de sleur de mooie dingen te blijven zien. Ik kan er toch ook wel sip van worden en denken: is dit het nou? Is dit alles?”

Wat doe je daar aan?

“Ik ben heel gevoelig en onzeker en twijfel erg aan mezelf. Ik heb gemerkt dat ik het nodig heb om af en toe een klankbord te hebben. Als ik dat alleen bij mijn man doe, wordt hij helemaal gek van me, dus ga ik regelmatig met een psycholoog praten. Ik ga ook heel veel naar buiten