4 dagen wandelen over de GR406 en andere paden

In Zuid-Frankrijk, in de omgeving van Nice, ligt de wandelroute GR406, ook bekend als de 'Route Napoleon'. Ik zette een ronde uit over deze wandelroute en de nabijgelegen GR4 en beleefde een winters avontuur van vier dagen.

Wandelroute GR406

De GR406, de Route Napoleon dus, begint in het dorp Grasse en eindigt 164 kilometer verderop in Sisteron in het noordwesten. De route voert je over wandelpaden door de Alpes Maritimes en de (Alpes des Hautes) Provence. Wandel over paden die zo dicht mogelijk bij de route liggen die Napoleon hier in maart 1815 aflegde. Hij nam deze route richting Grenoble, nadat hij het eiland Elba verliet. 

De route is twee kanten op rood-wit gemarkeerd, zoals alle GR-routes. Langs een groot deel van de route mag je bivakkeren, maar check de lokale regelgeving zelf even goed voordat je je tocht plant.

--> je vindt de route ook ingetekend in de wandelkaart van Komoot Premium.

Wandelen over de GR406 en GR4

Omdat het in Frankrijk vaak lastig is om van dorp naar dorp te lopen en dan met de bus weer terug te komen op je beginpunt, zette ik een ronde uit. Deze ronde is een combinatie van de GR4, een GR4-variant, de GR406 en wandelpaden die niet deel uitmaken van een GR-route. Ik heb de route voor je in Komoot ingetekend, waarbij het goed is te weten dat ik niet precies deze route liep (ik maakte uitstapjes voor uitzicht, ik liep op dag 3 te ver door en volgde op dag 4 paden die niet in Komoot staan).


--> weten hoe je deze route eenvoudig verdeelt in dagetappes met waterpunten en accommmodaties? Je leert het in mijn masterclassbundel Komoot!

Dag 1: over de GR4 (variant) naar een bergtop

Na een ochtend werken, klap ik mijn laptop dicht en check ik uit bij mijn AirBnB in het gehucht La Sagne. Ik loop met gevaar voor eigen leven langs de valse dorpshond het dorp uit, zo de bergen in. In de verte zie ik de buurberg van mijn eindbestemming en ik verheug me nu al op het uitzicht. Met de ijzige wind in mijn haren loop ik heuvels over en valleien door. Een groot hert kijkt verrast op als ik de hoek om kom, en zet het op een lopen naar de andere kant van de grote groene vallei. De sneeuwwitte Alpentoppen aan de horizon baden in het zonlicht, terwijl donkere wolken dreigend mijn kant op komen. Vlak voor het gehucht La Touyet vallen de eerste vederlichte sneeuwvlokjes op mijn neus. Ik ben zo blij als een kind, maar dat slaat al snel op wanneer ik me in een sneeuwstorm bevindt en het er niet op lijkt dat de donkere wolken snel overtrekken.


Ik besluit mijn originele plan om over de bergkam te lopen aan de kant te schuiven en in plaats daarvan door het volgende dal te lopen. Dat voelt even zuur, want ik verheugde me op mooie uitzichten, maar eenmaal in de vallei blijken de uitzichten minstens zo mooi. Hoge puinhellingen duiken in een kloof waar nu slechts een zielig stroompje water kabbelt. Ik steek het watertje over en bereik na een flinke klim een dor, verlaten bergplateau. De wind giert om mijn oren, de sneeuw slaat in mijn gezicht en ik voel me helemaal alleen op de wereld. Pauzeren kan niet in dit helse weer, dus ik ben blij als ik het verlaten wintersportcentrumpje bereik en tegen een muur kan schuilen tegen de wind. Mijn spieren verkrampen spontaan als ik kijk naar de klim die nog op me te wachten staat, de Crete de la Bernarde op.


Met frisse tegenzin klim ik naar het zadel van de Crete. Ik verwacht boven geen uitzicht te hebben, want ik ben omringd door donkergrijze wolken. Tot mijn grote verbazing zie ik toch sneeuwtoppen tussen de sneeuwgordijnen door en dat maakt de klim helemaal de moeite waard. Het pad dat onder de Pic de la Gourre zou moeten liggen, is niet te vinden, dus ik dwaal over de oneffen helling. Ik voel paniek opkomen, want ik heb geen idee waar ik heen moet, mijn GPS weet niet precies waar ik ben en ik word op de hielen gezeten door bijna zwarte wolken. Het is ijskoud, de dichtstbijzijnde bewoonde wereld ligt uren verderop en ik weet niet waar ik ben. Aan de andere kant van een verhoging zie ik het bosje liggen, waarvan ik weet dat mijn pas daar doorheen loopt. Een groep van vijf gemzen schikt zich wild van Yeti Paulien die met een kop als een oorwurm opeens in zicht komt.

Mijn opluchting is groot als ik het bospad en al snel een fijne wildkampeerplek gevonden heb. Ik zet mijn tent op in de beschutting van de dennenbomen en zie op tegen de nacht. Het is ijskoud en de zon is nog niet eens onder! Ik wandel met mijn brander, pan en maaltijd naar de nabijgelegen heuveltop, vanaf waar ik uitzicht heb op de omliggende dalen en zelfs een paar sneeuwtoppen. Ik kom erachter dat mijn lepel spoorloos verdwenen is en besluit met behulp van een stuk boomschors mijn vegan red curry naar binnen te werken. Wanneer ik mezelf niet langer warm kan houden, doe ik een paar jumping jacks om op te warmen en kruip ik in mijn slaapzak.


Dag 2: van de bergtop naar Castellane

Na een nacht waarin ik vooral wakker lag omdat ik het (ondanks mijn goede uitrusting) koud had en alert was op geluiden uit de omgeving, pak ik mijn met ijs bedekte tent in en wandel ik over een bospad naar de GR4 die in het dal ligt. Mijn tenen zijn direct koud dankzij mijn schoenen. Dat doet pijn, maar niet zoveel pijn als het later ontdooien van diezelfde tenen. De wind snijdt in mijn gezicht en ik trek mijn buff (dunne kolsjaal) tot onder mijn ogen omhoog. Ik besluit toch nog even snel de verhoging op te klimmen en word aangestaard door 6 gemzen in een decor van ruig berglandschap. Mijn dag kan nu al niet meer stuk!


Mijn telefoon geeft me een weerswaarschuwing voor het eind van de dag en na lang twijfelen besluit ik geen onnodig risico te nemen en een AirBnB in het grotere dorp Castellane te boeken. Dat betekent verder lopen dan gepland, maar wel met een warme douche als beloning. Bij een bergstroompje schud ik het ijs uit mijn flessen en leg ik een nieuwe watervoorraad aan. Ik wandel tussen dennenbomen, dode bomen begroeid met rendiermos en oranje struiken kilometers lang door de stilte. In de middle of nowhere stuit ik op een kapel die nog altijd netjes onderhouden is, maar waarschijnlijk weinig bezocht wordt. Ik steek een grote weg over waar ik de uren daarna parallel aan loop. In al die uren komt er geen enkele auto langs. Het pad wordt wel regelmatig gebruikt door de wolf, van wie ik minstens 20 keutels tegenkom in alle stadia van versheid. De wolken bewegen snel langs de hemel en maken een kunstwerk van licht en schaduw op de heuveltoppen. Even waan ik me in mijn geliefde Schotland.


Na een flinke portie verkeerd lopen, denken dat ik wel verder kan over dit alternatieve pad, op privéterrein belanden en weer helemaal terug moeten lopen, bereik ik dan toch de weg naar Castellane. Dit is niet per se het mooiste stuk van de route, dus als je niet per se in Castellane hoeft te zijn, zou ik het dorp overslaan en via La Garde naar La Batie lopen. Vlak voor het dorp stort een wolk al zijn hagelstenen uit op mij en mijn omgeving. Ik ben koud en verheug me op een warme douche, maar eenmaal in Castellane aangekomen moet ik anderhalf uur wachten tot ik van mijn AirBnB-host hoor. Omdat het zondag was en alles dicht was, zat ik als een hoopje ellende te schuilen in de fietsenstalling van de supermarkt. De AirBnB zelf is vervolgens ook nog eens behoorlijk crappy, maar er was in ieder geval warm water. Het noodweer bleef uit (die hagel was al op mij gevallen), dus ik heb lichtelijk spijt dat ik niet aan het kamperen ben.


Dag 3: over de GR406 van Castellane naar Peyroules

Na een bezoek aan de bakker voor een vers ontbijt, loop ik langs een terras vol locals over de GR406 de heuvels in. Mensen staren me aan en gesprekken vallen stil en ik weet niet goed of dat is omdat ik eruit zie als een poolreiziger of omdat ze zich afvragen welke gek in deze kou de bergen in gaat. Eenmaal alleen op het pad voel ik me weer helemaal thuis. De bomen zijn bedekt met een laagje sneeuw en ijs en het gras langs het pad is wit. 'Walking in a Winter Wonderland' neuriënd wandel ik naar het authentieke dorpje La Garde, waar het enige geluid op straat het gekletter van de fontein is. Een wit kerkje buiten het dorp begint te klingelen als ik erlangs loop en een groepje paarden komt nieuwsgierig naar het hek gelopen.


Op een vlekje zon in de berm neem ik een lange pauze en geniet ik van het zonlicht op mijn huid. De wind is gaan liggen, er zijn stukjes blauwe lucht te zien en de rust is heel aangenaam. Met spieren die nu al zoveel sterker voelen dan twee dagen geleden volg ik de GR406 slingerend een kol op. Mijn voetstappen kraken in de sneeuw, waardoor de kans op een ontmoeting met de wolf al helemaal tot nul gereduceerd wordt. Aan de andere kant van de Col maakt het besneeuwde dennenbos plaats voor gedrongen, lichtergroene dennenbomen die baden in de zon. Over deze zuidhelling daal ik af naar het gehucht La Batie, een verzameling huizen op een heuvel waarvan je niet goed weet of het bouwvallen of bewoonde huizen zijn.


Ik neem pauze met uitzicht op het gehucht en volg vervolgens de uitwerpselen van de wolf over een grindpad langs de flank van de heuvel. Hoog geel gras langs het pad ruist in de wind en tussen de naaldbomen door kijk ik uit op een rotsige bergkam met her en der ruïnes. Aan het eind van het lange pad bereik ik een verlaten, frisgroene vallei, waar ik besluit toch maar eens te kijken waar mijn AirBnB zich precies bevindt in het dorpje Peyroules dat ik bijna bereik.

'Een echte Paulienactie'.

AirBnB schaalt alle gehuchten in de weide omtrek onder het gehucht Peyroules. Dat wist ik niet, dus ik dacht dat ik de GR406 naar Peyroules kon volgen en dan daar mijn AirBnB zou vinden. Helaas, als ik het adres van mijn AirBnB invoer in Google Maps, blijkt dat ik 2.5 uur geleden al voor de deur van mijn AirBnB langsgelopen ben. Dat hele pad teruglopen naar La Batie vind ik wat teveel gevraagd, dus ik besluit te liften langs de weg waar ik aan zit. Na een kwartier komt er een auto met 5 km/uur langsrijden, waarin een mannetje zit dat eruitziet alsof hij niet naar bloemetjes ruikt. Hij gaat nóg langzamer rijden en kijkt me nors aan. Laat die lift maar zitten, ik wacht nog wel even. Toen er geen andere auto's langskwamen, stuurde ik mijn AirBnB-host toch maar beschaamd een berichtje. Tien minuten later reed mijn Britse host Graham me naar mijn gite. Bij het bekijken van mijn wandelplannen voor de volgende dag, nodigt hij zichzelf spontaan uit en daar ben ik blij mee, want na drie dagen geen mens gezien te hebben, kan ik wat gezelschap wel waarderen.


--> Tip: de AirBnB van Graham is écht een aanrader: perfect gelegen voor alle highlights in de omgeving, van alle gemakken voorzien en eigendom van een wandelaar (let op: mensen langer dan 1.70m moeten een beetje bukken in de douche, maar dat vond ik niet erg).

Dag 4: over de bergpas en rondom de Rascas

Samen met Graham besluit ik niet te beginnen op het punt waar ik gisteren eindigde, maar vanaf de AirBnB een alternatieve route te nemen naar het gehucht Soleilhas, vanaf waar we de route zoals in Komoot gepland weer volgen. Onder een strakblauwe hemel met geen dreigende sneeuwwolk te bekennen, wandel ik met Graham en zijn stoere hond Colin de bossen in. Op open plekken op de helling vinden we ruïnes van oude boerderijen en dorpen en we maken plannen voor welk huis we op zouden willen knappen. Vanaf een relatief vlak grindpad over de flank van de heuvel kijk ik uit op het pad waar ik in mijn uppie liep. Ik vind het allebei heerlijk, kletsend met een wildvreemde of alleen in alle stilte. Ik vind het geweldig om over het landschap te leren van iemand die hier al acht jaar woont.


Na een lange, maar niet te steile klim bereiken we de bergpas. Hier lijkt het alsof reuzen met rotsblokken hebben zitten spelen. De grijze rotsen zijn net blokkentorens dankzij de werking van sterke vorst in het verleden. Na een pauze in het zonnetje dalen we aan de noordkant weer af. Hier ligt nog meer sneeuw en is de begroeiing duidelijk anders. Over een grote vlakte bereiken we het gehucht Soleilhas, waar we wederom niemand tegenkomen. Met al aardig wat kilometers in de benen beginnen mijn spieren te protesteren als we alwéér omhooglopen, maar ik weet dat mijn auto aan de andere kant van de berg op me staat te wachten. Langs een sprookjesachtige waterval waarin de hond helemaal losgaat, bereiken we het groepje opgeknapte huizen van Les Collettes. Een betere plek om te wonen kan ik me niet voorstellen, dus als jij een bod doet, dan wil ik het huis graag van je huren.


Zoals altijd is het laatste deel van de route het zwaarst. In mijn hoofd ben ik al bij de auto, maar in realiteit moet ik nog behoorlijk klimmen om vanuit het dal op de hogergelegen parkeerplaats te komen. Hoe dichterbij ik kom, hoe verder weg de auto lijkt. Met 22 kilometer in de benen wurmen ik, Graham en de hond ons in mijn Twingootje en rijden we in een half uur terug naar het dorp waar we 10 (!) uur eerder vertrokken zijn.

--> je kunt rondom de Rascas ook een mooie wandeling van een paar uur maken. Zie mijn blog over wandelen in de Franse Vooralpen.


Zelf de GR406 wandelen?

Ik raad het je van harte aan om bovengenoemde ronde of de gehele GR406 te wandelen. Op mijn ronde kwam ik elke dag meerdere plekken tegen die geschikt waren voor bivakkeren en aan water was er geen tekort (let op: dit was april). Via de routeplanner in Komoot kun je waterpunten op de kaart selecteren. Neem voldoende eten mee, want in de gehuchten onderweg vind je geen bakkers of supermarkten. Bij de bakkers die je tegenkomt, kun je vaak niet met bankpas betalen, dus neem ook contant geld mee. Houd ook rekening met de openingstijden, want op zondag en maanden en rond lunchtijd zijn winkels vaak gesloten.

--> tip: leer hoe je navigeert met Komoot en makkelijk een meerdaagse tocht in etappes opdeelt en waterpunten langs de route vindt in mijn masterclassbundel Komoot!