3 dagen wandelen langs hunebedden in Drenthe

Uitgestrekte bossen op een nog uitgestrektere heuvelrug. Hopen stenen die ruim vijfduizend jaar oud zijn. Stille dorpjes en vriendelijke bejaarden op e-bikes die graag een praatje maken. Jep, ik ben terug op mijn geboortegrond. Ik ging drie dagen wandelen langs hunebedden in Drenthe. Dit is een reisverslag en praktische gids voor als je zelf de route wilt lopen in één.

Na vier maanden in Schotland gewoond te hebben, strijk ik neer in mijn Drentse geboortedorp. Al snel blijkt dat stilzitten een slecht idee is voor mijn mentale gezondheid, en ik besluit dat het tijd is voor een avontuur. Dat besef kwam tijdens een bezoek aan mijn vader. Dit volgde: ‘hee pap, jij hebt al die hunebedden bezocht, wat vind je nou de mooiste?' Mijn vader sprint naar boven om met een hunebedden plattegrond terug te komen. Vijf minuten later is het lijstje met hunebedden die ik ga bezoeken compleet. Ik zoek de hunebedden op in navigatie-app Komoot, vraag de app om de mooiste route uit te zetten en voeg wat omwegen langs ‘bonushunebedden’ toe. Met behulp van de meerdaagse routeplanner in de app voeg ik binnen vijf minuten accommodatie toe, die ook nog beschikbaarheid hebben. Klaar voor vertrek.


Wandelen langs hunebedden: hoe zit dat?

Misschien ben je niet, zoals ik, opgegroeid met een hunebed praktisch in de achtertuin. Misschien heb je ook geen vader die in zijn vrije tijd hunebedden bezoekt en daar allemaal weetjes over verzamelt. Misschien was je, net als ik, ook niet erg dol op het droge schoolvak geschiedenis. Laten we beginnen met een korte introductie van de hunebedden.

De hunebedden (zie foto’s in dit artikel als je niet weet hoe een hunebed eruit ziet) zijn overblijfselen van de trechterbekercultuur in Nederland. Deze groep mensen leefde tussen 3.400 tot 2.850 voor het begin van de jaartelling in Nederland. Zij waren de eerste boeren in wat nu Nederland is. De hunebedden zijn vermoedelijk grafkamers voor de doden, al zijn er nooit botten op de hunebedplekken gevonden. Dat is op zich niet heel gek, want die zouden in de tussentijd allang vergaan zijn. Mogelijk hadden de hunebedden ook spirituele betekenissen, maar dat weten we ook niet zeker. De zijkanten en het ‘dak’ van deze grafkamers werd gemaakt van zware zwerfkeien.

Vele hunebedden zijn in de afgelopen duizenden jaren verdwenen. In Drenthe zijn er nog 54 over, en in Groningen staan er twee (waarvan één nu in een museum in Delfzijl). 47 van deze hunebedden liggen op de Hondsrug, het enige Unesco Geopark van Nederland.

Ook vlak over de Duitse grens zijn hunebedden bewaard gebleven. Niet alle hunebedden zijn even indrukwekkend en niet allemaal liggen ze erg mooi. Daarom zette ik een wandelroute uit langs de hunebedden die mijn vader het mooist vindt, met uitzondering van die in Emmen. Die is ongetwijfeld heel mooi, maar paste niet helemaal in mijn plan om zo veel mogelijk door de natuur te lopen.


Tweelinghunebed, Galgenberg en Papeloze kerk.

Ik start mijn wandeling op de brink van het rustige Noord-Sleen. Tussen de oude Drentse boerderijen die om het centrale grasveld gebouwd zijn, voel ik me direct thuis. Vlak buiten de dorpsgrens vind ik de hunebedden D50 en D51, zogenaamde ‘tweelinghunebedden’. Hunebed D51 is behoorlijk incompleet, maar D50 is een klassieke schoonheid (als grote hunebedden je smaak zijn). Dit lange hunebed heeft alle dekstenen (de horizontaal liggende stenen die een soort dak vormen) nog en om het geheel ligt een krans van kleinere, verticaal staande stenen. Een goed begin, vindt mijn innerlijke Drent.

Ik volg een breed fietspad langs de weg, waar scholieren slingerend met telefoons in de hand naar school fietsen. Ooit was ik zo iemand, en zag ik 30+ers met een rugzak als ‘wandelende oma’s’. Deze wandelende oma verruilt de bewoonde wereld voor natuurgebied het Sleenerzand. Een gemengd bos waar de ochtendzon door de felgroene bladeren schijnt. Ik slinger afwisselend over brede en smalle paden en kom geen mens tegen.

Pas bij de Galgenberg heb ik weer menselijk contact. Ook direct een half uur, want een daar pauzerende fietser raakt niet uitgepraat over Duitse fietsroutes en concentratiekampen. ‘Loop je het Pieterpad?’ ‘Nee meneer, ik loop van hunebed naar hunebed.’ ‘Oh… ja… ieder z’n ding he’ en het gesprek gaat over op Duitse Hanzesteden. De Galgenberg is één van de vele grafheuvels uit de bronstijd die in het gebied liggen. Ze zijn oud, maar nieuwer dan hunebedden en hebben een minder sterke aantrekkingskracht op me.


De volgende uren geniet ik weer van mijn eigen gezelschap. Mijn met zonnebrand geplamuurde benen zijn bedekt met zand. Als een schmutzige wandelaar bereik ik het gehucht Odoornerveen, waar ik over asfalt doorsteek naar Boswachterij Odoorn. Net wanneer ik teleurgesteld vaststel dat ik al een tijdje geen hunebed gezien heb, struikel ik bijna over de hunebed D49. Dit hunebed dankt zijn bijnaam Papeloze kerk aan de verboden protestantse diensten die hier in de 16e eeuw gehouden zouden zijn. Het hunebed is mooi gerestaureerd, waarbij de helft bedekt is onder een laag aarde, zoals ze er volgens onderzoekers ooit uitzagen.

Vanaf dit laatste hunebed van de dag slenter ik verder door het bos. Deze boswachterij is in hoekige vakken opgedeeld, die met witte stenen genummerd zijn. Het voelt als een groot doolhof en ik kies willekeurige paden om vervolgens weer op mijn geplande route uit te komen. Mijn bospad leidt me naar mijn overnachtingsplek van vanavond: Camping ‘t Vlintenholt.


Overnachten in een boomhut

Ik wil na mijn wandeling nog zo’n zes uur werken