Wildkamperen: hoe doe je dat?
Mijn leukste ontdekking op het gebied van reizen is slapen in de wildernis: wildkamperen!. Naar bed gaan met prachtig uitzicht op de zonsondergang boven een weids landschap en ’s morgens wakker worden met een kopje thee terwijl het landschap er bij zonsopkomst weer totaal anders uitziet. En misschien nog wel mooier: je betaalt helemaal niets voor het kamperen op deze unieke locatie. Dit bericht staat daarom in het teken van wildkamperen: hoe doe je dat?
Wat is wildkamperen?
Wildkamperen klinkt heel spannend (want: wild), maar eigenlijk is het weinig anders dan kamperen in de natuur in plaats van op een camping. Geen vaste plekken om uit te kiezen, maar gewoon een vlak stuk grond uitzoeken en je tentje opzetten. Je kunt natuurlijk ook in een camper of caravan wildkamperen op parkeerplaatsen. Je hebt hier geen stroom, warm water en/of douche, maar dat is part of the fun van wildkamperen.
Tip 1: controleer of wildkamperen op jouw locatie legaal is
Je wilt niet midden in de nacht gewekt worden, alles in moeten pakken en ook nog een boete voor illegaal wildkamperen moeten betalen. Daarom is het belangrijk dat je voor vertrek controleert of wildkamperen legaal is of op zijn minst gedoogd wordt op de locatie waar jij heen gaat. Ik maakte een overzicht van waar je in Europa mag wildkamperen. Controleer ook altijd de lokale regels. Wildkamperen in Schotland is bijvoorbeeld in het hele land toegestaan, behalve in camping management zones, waar dat op de borden aangegeven staat.
Tip 2: ken de regels voor wildkamperen
Ook als wildkamperen toegestaan is op jouw bestemming, gelden er regels. Die regels verschillen per land. Veel zijn vanzelfsprekend: niet in iemands tuin wildkamperen, geen brand veroorzaken, geen kampvuur maken waar dat niet veilig kan, niet langs de weg je tent opzetten, etc.. Houd je, ook als het niet specifiek in de wetten genoemd staat, aan de regel leave no trace. Als natuurvriend wil je de natuur niet vervuilen of beschadigen. Neem een lichtgewicht schepje mee om een gat te graven voor het wildpoepen. Maak het gat minimaal 15 centimeter diep en op ruime afstand van (natuurlijke) waterbronnen. Ik neem zelf mijn wc-papier altijd mee in een herbruikbaar afvalzakje. Je kunt ook kiezen voor biologisch afbreekbaar wc-papier. Neem je afval met je mee tot je een prullenbak vindt, begraaf je uitwerpselen en heb respect voor de flora en fauna rond je plek. Pluk geen planten en maak geen lawaai.
Tip 3: plan vooraf hoeveel water je mee moet nemen
Niets is zo vervelend als te weinig water tot je beschikking hebben. Bereken voordat je op pad gaat om te wildkamperen hoeveel water je mee moet nemen op je wandeling. Kom je onderweg veel kleine beekjes tegen waar je veilig water uit kunt drinken via een waterfilter? Dan hoef je minder water mee te dragen dan wanneer je vrijwel geen waterbronnen tegenkomt. Probeer je rugzak zo licht mogelijk te houden en bel eventueel onderweg bij mensen aan voor nieuw water. Je kunt ook in een restaurant of hotel vragen of je je fles bij mag vullen.
Tip 4: houd waterbronnen schoon
Ik schreef het al even: doe je behoeften niet te dicht bij een waterbron. Hou bij voorkeur minstens 60 meter afstand van riviertjes en meren, ook als je wildplast. Je wilt het water niet vervuilen voor mensen die verder stroomafwaarts water uit die bron drinken. Gebruik ook geen zeep, shampoo of wasmiddel in natuurlijke waterbronnen. Bepaal of je die zeep écht nodig hebt tijdens het wildkamperen, en zo ja, koop dan biologisch afbreekbare zeep .
Tip 5: denk logisch na bij het kiezen van je kampeerplek
Na een lange dag lopen bereikten we eindelijk een vlak stukje grond, aan het loch. Onze vrienden besluiten te wildkamperen op een idyllisch strandje, waar ze in slaap vielen met het serene geluid van het water van het loch dat op het strandje spoelde. ’s Morgens voor zonsopkomst maakten ze ons wakker: hun tent stond onder water en moest snel ingepakt worden. Na een lange dag regen was er ’s nachts veel water via de stroompjes in het loch terechtgekomen, waardoor het waterniveau bijna een halve meter steeg en het strandje onder water kwam te staan.
Kies je kampeerplek bewust. Is er een rivier of meer waarvan het waterniveau kan stijgen, zodat je tent onder water komt te staan? Sta je hier veilig als de wind opeens in kracht toeneemt midden in de nacht? Stort je niet van een klif als je met je slaaphoofd ’s nachts je tent uitkomt om te plassen?
Tip 6: kies een zo vlak mogelijk stuk grond uit voor wildkamperen
Check voordat je je tent opzet de ondergrond. Controleer de ondergrond op scherpe voorwerpen. Een gat in je grondzeil kan al ontstaan door een tak met een scherp uiteinde of een scherpe steen. Zorg ervoor dat je kampeerplek zo vlak mogelijk is, zodat je 's nachts niet van je matje en/of op je reismaatje rolt. Als je echt op een helling moet slapen, zorg dan dat je hoofd hoger ligt dan je voeten om te voorkomen dat je bloed ’s nachts naar je hoofd stroomt.
Tip 7: zet de natuur niet in brand
Per land verschillen de regels voor vuur maken in de natuur. Het belangrijkst blijft het gebruiken van je hersenen. Zorg dat je bij het maken van een kampvuur maatregelen neemt waardoor je het vuur snel kunt doven als dat nodig is. Ook met je brandertje in een heideveld kun je een brand veroorzaken. Blijf dus in de buurt van je vuurtje (hoe klein ook) en kijk goed uit waar je deze maakt.