Wandelen in de Camargue - incl. gratis 2-daagse route
Uitgestrekte velden van zoutwaterplanten aan de oevers van meren met flamingo’s en zwarte ibissen. Zwarte stieren met spierwitte hoorns grazen naast spierwitte paarden. Welkom in de Camargue, een regio en nationaal park tussen Marseille en Montpellier, aan de Middellandse Zee dus. Ik reed voor één nachtje naar dit gebied, maar bleef uiteindelijk zes dagen plakken omdat ik maar niet uitgekeken raakte. Ik geef je in dit artikel tips voor wandelen in de Camargue, inclusief een gratis tweedaagse wandelroute die ik liep.
Waarom wandelen in de Camargue?
De Camargue is uitgestrekt, heel uitgestrekt. Hoe groot de étangs, zilte vlaktes en rietvelden zijn, ervaar je pas echt als je wandelend door het gebied trekt. Niet als je met 90 kilometer per uur van punt A naar punt B over de wegen racet. Bovendien kom je wandelend op plekken waar je met de auto niet zou komen. Al wandelend kun je makkelijk even stoppen als je roze stipjes in het water ziet of een perfecte picknickplek spot.
Al wandelend kom je ook vaker de typische paarden en stieren uit het gebied tegen. No worries, ze zitten allemaal achter hekken en zijn niet zo fel als ze op alle afbeeldingen lijken.
Oh en wat ook goed nieuws is voor onze Nederlandse kuitspieren: de hoogteverschillen in het gebied zijn zo groot als in de Flevopolder. De enige klim die je mogelijk maakt is een dijkje op.
--> Ga je liever fietsen? Lees binnenkort mijn artikel over fietsen in de Camargue.
Niet vergeten als je gaat wandelen in de Camargue
‘Welke sukkel gaat nou naar een natuurgebied om vogels te kijken en laat de verrekijker thuis?’ Uh ja, ik, de bioloog dus. Daarom tip één voor als je gaat wandelen in de Camargue: neem een verrekijker mee! Daarnaast raad ik je ook aan om voldoende water mee te nemen, want langs de wandelpaden vind je slechts heel af en toe een plek waar je water kunt kopen. Het natuurwater in het gebied is behoorlijk zout, dus dat wil je niet drinken. Neem ook voldoende eten mee uit één van de supermarkten in Arles of Saintes-Maries-de-la-Mer.
De wandelpaden zijn vrijwel allemaal verhard of anders bestaande uit uitgedroogde modder, dus je hoeft bij droog weer geen (berg)wandelschoenen aan. Schoenen waar je in Nederland een lang stuk op kunt lopen, zijn in de Camargue ook prima geschikt.
Wandelroutes in de Camargue
Frankrijk staat bij mij al niet bekend om de vele gemarkeerde wandelpaden, maar in de Camargue is het helemaal erg. Ik heb slechts één matig gemarkeerde wandelroute weten te vinden, en dat is er één van 40+ kilometer lopen. Volg dus niet zomaar de gele markeringen. Gelukkig kun je bij de VVV een handige kaart halen met alle (autovrije) wegen in het gebied. Via Komoot kun je heel makkelijk zelf een wandelroute uitzetten. Een aantal ideeën:
- Parkeer je auto bij de Gacholle vuurtoren (alleen de weg ernaartoe is al een avontuur) en wandel heen over het brede pad naar de vuurtoren en terug over het strand.
- Ten oosten van Saintes-Maries-de-la-Mer, de gezelligste plaats in de Camargue, wandel je over zandpaden richting de étang of over het strand.
- Neem de weg naar het einde van de wereld, Phare de Beauduc en wandel in 2-3 uur over het strand en over de dijk naar de vuurtoren heen en weer. Tip: hier kun je ook erg mooi wildkamperen in je camper.
Twee dagen wandelen in de Camargue
Vanuit Saintes-Maries-de-la-Mer maakte ik een tweedaagse wandeling door de Camargue. Deze begint met slingeren door het zoutere deel van de Camargue en loopt richting het noorden over in hoger gelegen gebied met meer landbouwgrond, rietvelden en rijstvelden. De tweede dag loop je over een heel lang pad weer richting het beginpunt in het zuiden. Het wandelen van deze route geeft je een goed idee van de diversiteit in het landschap en het leven in het gebied. Als bonus kom je vele niet-Nederlandse vogelsoorten in het wild langs het pad tegen en maak je waarschijnlijk kennis met een muskusrat of twee (of negen, zoals ik).
De route is geel gemarkeerd, maar de markering is te onregelmatig en te onduidelijk om erop te kunnen vertrouwen. Gebruik daarom liever mijn Komootcollectie met de gehele route en de twee dagetappes. De totale afstand is ruim 45 kilometer. De route is vrijwel geheel verhard en je moet voldoende water en eten meenemen voor onderweg.
Dag 1: van Saintes-Maries-de-la-Mer naar
Verlaat het levendige dorp met de witte huizen met oranje daken en je loopt direct langs de randen van zoutige plassen. Geef nieuwsgierige fluffy Camargue-paarden in de paddocks een aai over hun bol en richt je verrekijker (die jij hopelijk wél bij je hebt) op de flamingo’s die regelmatig aan de overkant van de weg staan te vissen. Schik niet op als je een megagrote rat op het pad ziet zitten: muskusratten zijn hier zo normaal als konijnen in onze duinen en ze doen geen kwaad.
Vergeet ook je kapmes niet, want het pad is op één deel langs het water compleet overwoekerd. Grapje natuurlijk, maar bereid je voor op worstelen met riet, gras en bramen. Je kunt ook een omweg nemen, maar daar wordt je dagetappe niet veel mooier of korter van. Ben je eenmaal door het oerwoud bij de dijk langs Le Petit Rhône aangekomen, dan begint (wat mij betreft) het wat saaiere deel van de route. Het hielp ongetwijfeld niet mee dat ik deze wandeling in de winter maakte, toen alles nog kaal was. ’s Zomers zijn de akkers en bomen waarschijnlijk niet langer grauw, maar frisgroen. Ik raakte zo aan het eind van de dag wat verveeld en heb bijna een uur lang met een podcast in mijn oren naar mijn overnachtingslocatie gelopen. Gezien hoe mooi de rest van de route was, vond ik dit kleine stukje minder hard genieten alsnog de moeite waard, dus laat je niet afschrikken.
Overnachten onderweg
Ik overnachtte op een landgoed in het gehucht Paty de la Trinité. De hosts van Mas d’Alivon zijn heel vriendelijk en de inrichting is heel nieuw. Dit was op het moment dat ik boekte ook de meest betaalbare overnachtingsoptie die ongeveer halverwege de route lag. Je kunt bij de lokale horeca wat eten en in de bar onder de kamers een drankje drinken. Er is ook een tuin waar je in het zonnetje bij kunt komen van je tocht.
Let op: vooral ’s zomers is de Camargue een drukbezochte plek. Boek je accommodatie dus op tijd, zodat je niet voor een dichte deur komt te staan en kilooooometers moet lopen voor de volgende mogelijkheid (of 300 euro moet betalen voor een fancy kamer).
Dag 2: terug naar Saintes-Maries-de-la-Mer
Was je tegen het eind van de eerste dag wandelen wel weer klaar met landbouwuitzichten? Maak je geen zorgen, want dag twee zal niet teleurstellen. Vanuit het dorpje loop je zo een weids, zout en ruig landschap in. Je passeert een boerderijruïne die zou uit een westernfilm lijkt te komen en zijn omgeven door zoutresistente planten zo ver je kunt kijken. Je bereik het grootste meer van de Camargue, het Étang de Vaccarès. Ik moest ter plekke op de kaart kijken om te controleren of ik niet toevallig bij de zee gekomen was. De wind zorgde voor golven op het water, er hangt een zoute geur en het wateroppervlak is enorm. Een soort IJsselmeer in Frankrijk dus.
Een lang grindpad dat alleen voor locals met de auto toegankelijk is, leidt je urenlang langs de oever van dit meer naar het zuiden. Geniet van de stilte die hier heerst afgezien van het geklets van de flamingo’s en rietvogels. Langs het pad zie je stieren en paarden in alle leeftijdscategorieën. Op dit pad had ik het gevoel dat ik de Camargue echt goed leerde kennen. Blijf je ene voet voor de andere zetten en je eindigt uiteindelijk weer in Saintes-Maries-de-la-Mer, waar je een ijsje en een drankje op een zonnig terras dik verdiend hebt.
Mag je wildkamperen in de Camargue?
Het landschap van de Camargue is een beschermd natuurgebied, dus daar mag je niet wildkamperen. Op veel plekken mag je überhaupt niet van het pad afwijken. Wil je toch écht wildkamperen langs de bovengenoemde route, dan kan dat langs de dijk langs de rivier. Je vindt hier ook aardig wat boeren die je om toestemming voor slapen op hun land zou kunnen vragen. Controleer zelf even welke regels hier in het noorden van het beschermde natuurgebied gelden.
De beste tijd voor wandelen in de Camargue
Ik bezocht de Camargue in eind februari. Ik droeg in de ochtenden handschoenen, maar liep ’s middags in mijn T-shirt. Het is hier in de winter lekker rustig, maar niet uitgestorven. Nog een voordeel: ’s winters heb je hier geen last van muggen. Wel is het landschap in de winter minder groen en op sommige plekken behoorlijk kaal ten opzichte van de lente en zomer.
’s Zomers is het groener en levendiger in de Camargue en lopen er meer dieren in de velden. Het is dan echter soms te heet om te wandelen en je hebt deet nodig om de muggen van je weg te houden.
Elk seizoen heeft zo zijn voor- en nadelen, dus ik zou zeggen: ga gewoon wanneer jij kunt en geniet ervan!
Meer weten?
In de VVV van Saintes-Maries vind je weinig routekaarten, maar de vriendelijke dames achter de balie kunnen je meer vertellen. Vraag ook de locals, zoals de eigenaar van je accommodatie, om tips. Natuurlijk kun je ook de gratis app Komoot gebruiken om een rondje uit te stippelen. Niet alle paden op de wandelkaart zijn vrij toegankelijk, maar daarvan is Komoot gelukkig op de hoogte.